Stop voedsel in je mond en koolstof in de grond!
De laatste uren tikken weg in Glasgow. Komt er een akkoord? En zal het wel volstaan? Belangrijke vragen voor onze toekomst. Wil jij wachten op talmende politici die vooral proberen de kantjes er af te lopen in naam van de economie? Of wil jij er nu meteen zelf iets aan doen?
Laten we het hele CO2 verhaal eens omdraaien. In de permacultuur is de stelregel: het probleem is de oplossing. Zo ook hier. CO2 is niet zomaar afval. Het bevat koolstof en koolstof is de bouwsteen van het leven op onze planeet. Laten we er dan ook leven mee bouwen! Hoe kunnen we CO2 oogsten en er ons voordeel mee doen?
4 Verhalen over hoe we onze gronden, inclusief tuinen, beter kunnen gaan beheren. Onderbouwd met voorbeelden en cijfers.
1. Red het klimaat, oogst CO2 in je groentetuin
De bodem is een belangrijke opslagplaats voor CO2. Hoe meer organische stof (kort door de bocht humus genoemd) de bodem bevat, hoe meer koolstof er in opgeslagen zit en hoe makkelijker het wordt om er gewassen op te verbouwen. De laatste decennia zijn tuinen en landbouwbodems steeds armer aan organisch materiaal geworden. Nochthans heb je er al teler en tuinier alle belang bij om je grond te verbeteren. Zeker als je eenjarige gewassen verbouwd.
Et voila, een zeer mooie documentaire van een bevlogen koppel dat toont wat mogelijk is. De documentaire stelt heel wat gangbare tuin en landbouwpraktijken in vraag en toont hoe je op tien jaar tijd 420 ton co2 (ja je leest het goed) kan stockeren per hectare door anders om te gaan met grondbewerking en bemesting.
2. Bossen groot en klein
Tegenwoordig is er veel te doen rond voedselbossen en urban forests. Wat mogen we ervan verwachten op lange termijn qua koolstofopslag? Heel veel als ze lang genoeg blijven staan. Zo blijkt uit langdurig onderzoek.
Ik neem je mee naar Rothamshed waar de langstlopende landbouwkundige proeven ter wereld aanliggen. Sinds 1843. Dat is dus maar liefst 178 jaar! In dat era poneert Justus von Liebig zijn nieuwe bemestingstheorie die de landbouwwereld op zijn kop zet. Al gauw is er nood aan het vertalen van deze theorie naar de praktijk. Twee heren, Sir John Lawes en Sir Henry Gilbert, slaan de handen in elkaar en leggen 9 experimenten aan in de periode 1843-1856 die jaar na jaar opgevolgd worden. De rode draad doorheen deze proeven zijn vruchtwisseling en bemesting.
Voor ons wordt het interessant als op het einde van de negentiende eeuw twee percelen uit de proef genomen worden. In 1882 Broadbalk (0,2 ha) in 1886 Geescroft (1,3 ha). Beide percelen mogen zich vrij ontwikkelen.
Op Broadbalk wordt het perceeltje van bij de start in twee gesplitst. Op één perceel is er geen beheer, daar ontwikkeld zich een bos met meidoorn, es en esdoorn. Op het andere stuk worden de struiken en bomen ieder jaar terug geknipt. In 1957 wordt dat stukje nog eens in twee gesplitst. Eén stuk wordt nog steeds ieder jaar terug geknipt om een open vegetatie te behouden. Zeker ook het vermelden waard is de impact van (Regeneratieve) begrazing waar de laatste jaren zoveel om te doen is heeft een duidelijk effect in het experiment. Op één plotje wordt enkele keren per jaar gemaaid om grassen de kans te geven zich te ontwikkelen. Dit lukt niet tot ze in 1964 schapen laten grazen op het stuk. Grassen en witte klaver vestigen zich. In 2001 werd de begrazing jammer genoeg stop gezet en vanaf dan wordt het plotje jaarlijks gemaaid.
In Geescroft wordt het perceel niet beheerd en ontwikkeld zich een bos met es en eik in de hoofdrol. Er is buiten hulst weinig onderbegroeiing in het bos.
De wetenschappers berekenden hoeveel koolstof (C) vastgelegd wordt in deze testplotjes. Best de moeite! Tussen 2 (Geescroft) en 3,39 ton C/ha/jaar (Broadbalk) dit is omgerekend in ton CO2 respectievelijk 7,34 ton en 12,44 ton CO2 /ha/jaar!
De grootste hoeveelheid koolstof wordt vastgelegd in de planten (bomen) en hun wortels. Ongeveer een vijfde wordt gestockeerd in de bodem. Waarom er in Broadbalk zoveel meer C wordt vastgelegd is niet zeker; Mogelijk heeft dit te maken met een randeffect. Het proefveld is lang en smal waardoor veel bomen ruim toegang hebben tot licht. Vandaar dat wetenschappers ook trouwens een steeds groter belang hechten aan microbossen, net vanwege de grote hoeveelheid randen.
Meer lezen over de Rothamshed experimenten
3. Goed beheerde graslanden
Grassen zijn ongelooflijk belangrijk voor het in stand houden van de bodemvruchtbaarheid en dus ook onze voedselvoorziening. Grassen bouwen letterlijk bodems.
Mensen kunnen geen grassen verteren. Dieren kunnen dat wel. Gericht grazers zoals koeien, schapen, geiten,etc... inzetten is een oplossing om CO2 in graslanden te capteren en zo bodems te helpen groeien.
Dit is exact waar regeneratieve landbouw om draait. De grond beter maken dan je hem in gebruik kreeg en tegelijkertijd oogsten. Een laag inputsysteem vriendelijk voor planeet en boer.
Maar uiteraard is dit niet enkel weggelegd voor landbouwers. Ook jij kan op een klein lapje gras dezelfde technieken toepassen. Op de foto zie je onze grazers (landras Ardense Vossenkop) die hun dagelijkse portie vers gras krijgen.
Hoe belangrijk een ander graslandbeheer kan zijn?:
“We could sequester more than 100% of current annual CO2 emissions (total global greenhouse gas emissions reckoned at 52 Gt CO2 e) with a switch to widely available and inexpensive organic management practices, which we term ‘regenerative organic agriculture’. “If management of all current cropland shifted to reflect the regenerative model as practised at the research sites included in the white paper, more than 40% of annual emissions (an estimated 21 Gt CO2 /year) could potentially be captured. If, at the same time, all global pasture was managed to a regenerative model, an additional 71% (37 Gt CO2 /year) could be sequestered. Essentially, passing the 100% mark means a drawing down of excess greenhouse gases, resulting in the reversal of the greenhouse effect.”
Bron: Rodale Institute (2014) Regenerative organic agriculture and climate change
Meer info over regeneratief begrazen?: Zoek op you tube onder rotational grazin, Allan Savory, Joelle Salatin,... en geef je ogen de kost
4. Anders tuinieren
De vorige drie acties, eenjarige gewassen op een andere manier telen, bossen planten en graslanden anders beheren hoeven we niet enkel over te laten aan grootgrondbezitters en boeren. Dit kan ook op kleine schaal op je eigenste stukje planeet, je tuin.
Tuinen beslaan meer dan 9 % van de oppervlakte van Vlaanderen.. Die grote oppervlakte kan een cruciale rol spelen in het ondersteunen van onze milieudoelstellingen. In zowel het biodiversiteit verhaal als in de strijd tegen de klimaatopwarming .
De manier waarop je tuiniert heeft wel degelijk een impact. Valerie Dewaelheyns, een onderzoeker verbonden aan de KU Leuven, becijferde enkele jaren geleden dat enkel en alleen al op een andere manier omgaan met je gazon door bijv. het gras te laten liggen er per jaar 901 712 ton CO2 extra kan opgeslagen worden door Vlaamse tuinen.
Haar advies in 2015:
- laat je gras liggen
- minder verharding
- leg een moestuin aan
Een advies dat vandaag niet minder relevant is dan toen en waar we met Haal meer uit je tuin vzw alleen maar achter kunnen staan. Plant nog een paar bomen als je kan en pas de principes toe die regeneratieve landbouwers gebruiken en je hebt een tuin waar je oogst voor jezelf en het klimaat beter van wordt.
Samen kunnen we dat!