Crosne: spontaan, lekker en "duur"
Spontaan zijn is ook voor planten niet altijd de meest gewaardeerde eigenschap. Want planten die enthousiast en probleemloos groeien krijgen al gauw het etiket “lastpak” opgekleefd. Crosne (Stachys affinis), oftewel Japanse andoorn, is één van die bijzondere voedselgewassen die soms als te spontaan ervaren worden door tuiniers. Ik deel die ervaring helemaal niet. Ook al heb ik crosne in verschillende tuinen gehad. Zorgeloos crosne telen dat kan makkelijk als je rekening houdt met de aard van het plantje. Het groeit goed op plaatsen waar andere gewassen het niet doen, bedekt perfect de bodem en ieder jaar oogst je knolletjes à volonté die bijzonder goed smaken.
Feestelijk
Klein maar fijn. De kleine knolletjes van crosne zijn een leuke opluistering van een feestelijk menu. Het is eens iets helemaal anders op je bord.
Niet alleen de vorm van de knolletjes is bijzonder. Ook de smaak en textuur verrassen. Een nootachtige toets met een textuur van knapperige sojascheuten. Dat is zowat het mondgevoel dat ik heb bij het eten van de knolletjes.
Heel wat kennissen en vrienden leerden de plant bij ons kennen en hebben het gewasje nu ook in hun tuin staan omdat het zo lekker en decoratief is op je bord...en probleemloos groeit in je tuin.
Foto: Een feestelijk winters bord. Gebleekte erwtenscheuten met radicchio en gebakken crosne op de voorgrond.
Een ultramakkelijke groente in tuin en keuken
De klassieke vraag als je deze knolletjes voor het eerst aan iemand toont is: “hoe krijg ik dat proper”? Je hoeft niet te vrezen. Schillen van deze grillig gevormde knolletjes is helemaal niet nodig.
Toen ik voor de eerste keer crosne oogstte en er mee aan de slag ging in de keuken heeft het mij een paar uur gekost om ze proper te krijgen. Met een afwasborsteltje poetste ik alle knolletjes schoon. Dat moet makkelijker kunnen dacht ik en ik ging aan het experimenteren.
Zo kwam ik uit bij volgende makkelijke methode om ze proper te krijgen. Tijdens het oogsten leg je de crosnes direct in (regen)water. Je draait de knolletjes een paar keer rond met je hand in het water. Giet ze af en je neemt vers water waarbij je het spoelproces nog eens herhaald.
Wij hebben leemgrond in de tuin en twee keer spoelen is voldoende om de knolletjes proper te krijgen. Zit je op zandgrond dan is spoelen echt kinderspel.
Foto: De grillig gevormde knolletjes na twee maal spoelen .
Ook het bereiden vraagt heel weinig werk. Je bakt de knolletjes gewoon een paar minuten in de pan met wat olie. Na een paar minuten krijgen de knolletjes een lichtbruin korstje. Dat is het moment om ze uit de pan te halen en op te dienen. Meer werk vraagt het bereiden van deze knapperige delicatesse niet.
Het meeste werk in de hele teelt gaat wellicht naar het oprapen als je oogst. Maar ook hier zou je verschieten hoe weinig werk het eigenlijk vraagt om crosne te oogsten. De knolletjes zijn wel klein maar aan een plant hangen er bijzonder veel. Wij rapen alleen de dikkere knollen uit. De kleinere laten we liggen. Die schieten in het voorjaar terug uit en van die kleinere knolletjes oogsten we opnieuw volgend jaar. Een beetje hetzelfde verhaal als bij aardappelen. De kleine gebruik je om te planten, de grote om op te eten.
Tientallen kilo 's zal je niet oogsten van je crosne veld. Wel meer dan genoeg om een paar feestelijke menu 's per jaar op tafel te toveren en goed te smullen. De website van “Plants for a future”, een prachtige database met heel wat info over eetbare gewassen, geeft aan dat je tot 1 kg/m² kan oogsten. Niet mis toch? Bovendien zet dezelfde website de plant in de categorie “very usefull plants”.
Foto: De knolletjes zijn niet groot van stuk maar liggen wel dik gezaaid, een paar centimeter onder het oppervlak.
Wat is het nu?In het Engels krijgt het plantje de naam “Chinese artichoke”. In het Nederlands luistert hij naar “Japanse andoorn”. Hoe komt dit? Deze rariteit, oorspronkelijk afkomstig uit Azië, werd in de 19de eeuw naar Frankrijk gebracht. De teelt concentreerde zich al gauw in Crosne, een dorp net buiten Parijs. Vandaar, jawel, de derde naam: Crosne. De Fransen importeerden wel de plant maar niet de bijhorende keukengeheimen. Zelf zijn we ook gewend om de knolletjes alleen maar te bakken. Door wat research te doen voor dit artikel kwamen we nog wat interessante keukengebruiken tegen. Zo blijkt dat in Azië de knolletjes meestal niet gebakken maar wel vaak ingemaakt of zelfs rauw gegeten worden. Crosne zou in Japan zelfs één van de osechi zijn, tradionele voedingsmiddelen die gebruikt worden om nieuwjaar te vieren. Grappig, want wij serveren crosne al een aantal jaar met de feestdagen gewoon intuïtief. Dit jaar met nieuwjaar steken we onze crosne traditie vast en zeker in een Aziatisch kleedje en gaan we voor rauwe of ingemaakte knolletjes. Tot hiertoe hebben we het altijd maar over de knolletjes gehad. Niet alleen de knolletjes zijn eetbaar. Ook het blad zou je kunnen eten. Zelf heb ik dat nog niet gedaan. Verschillende bronnen melden wel dat het blad eetbaar is maar geen enkele vermeld dat het lekker is! Ik hou het daarom maar bij de knollen want er is zoveel lekkers in de tuin dat ik de minder lekkere dingen niet hoef op te eten. Tip: Ga je zelf op zoek naar recepten dan kan de zoekterm chorogi ook wel eens handig zijn.
|
Waar in je tuin?
Mijn advies bij het gebruik van spontane planten met een hoge groeikracht ligt zowat altijd in dezelfde lijn. Verwen ze niet te veel! Ze groeien al goed uit zichzelf dus komt het er op neer ze niet al te luxueuze groeiomstandigheden te bieden zodat ze wat getemperd worden in hun groei.
Crosne staat in onze tuin daarom op plaatsen waar ik de bodem in de zomer graag afgedekt heb maar waar andere veeleisende moestuingewassen niet veel zullen produceren. Eén van die plaatsen waar ik crosne heb is bijvoorbeeld onder mijn moerbeiboom*. Een ander partijtje staat in een schaduwhoekje naast de kippenren,..
Een groot voordeel van crosne is dat het gewas perfect groeit in de halfschaduw. Zolang de bodem maar vochtig genoeg is kan je knolletjes genoeg oogsten. Onder bomen, naast muren, in de buurt van een regenpijp of vijveroverloop, allemaal mogelijk.
Kortom het gewasje is een meerjarige groente waar je geen omkijken naar hebt. Perfect winterhard en vrij van ziekten en plagen.
*: Oogsten onder een fruitboom is geen probleem want de knolletjes bevinden zich enkel in de bovenste tien centimeter. Denk er bij de oogst wel aan dat je je vork niet te diep steekt zodat je de wortels van je boom niet beschadigt!
Spontaniteit in toom houden
Spontaniteit. Dit thema ga ik op deze website natuurlijk niet uit de weg. Integendeel.
Mijn reactie daarop is steevast dezelfde. Lastige planten bestaan eigenlijk niet. Het ligt allemaal aan onze omgang met een gewas.
Professioneel wordt door telers veel moeite gedaan om dit plantje te telen. De knolletjes brengen ze aan de bak brengen als delicatesse, een duur nicheproduct waar prijzen rond 30-40 € per kilogram voor neergeteld . Tuiniers zijn er niet tuk op om dat de plant spontaan is. Ergens klopt er iets niet in dit verhaal. Toch?
Laten we eerlijk zijn, of dit plantje lastig wordt in je tuin of niet dat ligt niet aan de plant maar wel aan de tuinier. Neen, crosne is helemaal niet invasief. Maar je moet wel oogsten natuurlijk. Maar net daar zet je de plant toch voor?
Heb je schrik dat het plantje te uitbundig zal groeien in je eettuin. Dan kan je een paar voorzorgen nemen.
Een paar mogelijkheden om te uitbundige spontaniteit te voorkomen:
- Plant crosne op moeilijke plaatsen. In de halfschaduw bijv. onder bomen
- jaarlijks oogsten: hoe meer knolletjes je laat zitten, hoe meer planten je hebt. Enkel de hele kleine knolletjes laat ik zitten, al de rest eet ik op. Zo zorg je er voor dat je perkje niet ongecontroleerd uitbreidt
- je kan de planten begrenzen door ze te planten in een ring of ingegraven pot, ze kruipen over de grond. Als je de bovenste 15-20 cm begrensd kan de plant zich niet verder bewegen
- mulch snijden: In de winter sterft het loof van de plant af. In het midden van de zomer is het gewas 40-60 cm hoog. Dat loof dat maai ik minstens één keer per zomer af op het moment dat ik mulchmateriaal nodig heb in de tuin
- heb je echt te veel plantjes dan kan in de loop van de maand maart-april eens met je vork lichten. Crosne is al heel vroeg in de lente aan de groei. Heel wat schietende crosne knolletjes zullen zo in hun groei geremd worden.
Foto 's: Links: onze crosne wordt in de zomermaanden overschaduwd door zijn buur bronzen venkel; Rechts: crosne combineert goed met andere planten. Hier chocolademunt en bergamot.
Bang of nieuwsgierig?
Bang van crosne hoef je absoluut niet te zijn. De spontaniteit ligt niet in de klasse van Japanse duizendknoop. Het plantje groeit bij slecht beheer gewoon iets verder dan het vakje in de tuin dat je het gegeven hebt. Erger is het niet. Bovendien is crosne geen egoïst. Neen, eerder een multifunctioneel gewas dat goed combineert met andere planten. De teelt kan niet mislukken en je kan eens iets duur en chique op tafel zetten zonder dat je je spaarvarken hoeft te slachten. Wat wil je nog meer?
Extra: Voor nieuwsgierige lezers vertel ik hier tot slot ook nog graag dat het geslacht Stachys nog een paar onderbenutte voedselgewassen kent. Crosne is immers maar één plantje uit het grote geslacht Stachys dat knolletjes vormt. Er zijn er nog verschillende andere nauw verwante Stachyssoorten die dat doen en die trouwens ook langere en grotere knollen produceren. Plantenliefhebbers kan ik zeker aanraden het artikel van Green dean van eat the weeds te lezen over de spontaniteit van Stachys floridana . Gazonsliefhebbers in Florida zien de plant als een groot probleem maar niemand weet dat het plantje dat ze zo graag te lijf gaan met herbiciden, een lekkere delicatesse is.