Vergeten leisystemen geschikt voor de tuin van de 21ste eeuw
Het leiden van fruitbomen is een knap staaltje van hovenierskunst en heeft iets aristocratisch. Kandelabers, palmetten en andere strakke leivormen sieren de tuinen van menig kasteel en historische buitenplaats en spelen tegenwoordig de hoofdrol in tuinboekjes als het over het leiden van fruitbomen gaat. Toch vergeten dergelijke boekjes vaak een groot stuk van het verhaal.
Een paar eeuwen lang was het leiden van fruitbomen inderdaad een gegeerd tijdverdrijf van de adel en de gegoede burgerij. Het doorgedreven beheersen van de groei van fruitbomen om ze te leiden in allerlei fantasievormen en op de tafel toveren van keurfruit van uitzonderlijke kwaliteit had een hoog showgehalte. Fruittelers zijn weinig met symmetrisch gevormde bomen waarvan de “looks” belangrijker zijn dan de productie. Fruitteelt is een economische activiteit. Het moet geld opbrengen.
Daarom werden door pionierende fruitkwekers, enthousiaste hobbyisten, tuinbouwleraars en onderzoekers andere manieren bedacht om op een beheerste manier tafelfruit te telen.
In dit artikel een overzicht van enkele leisystemen waarbij esthetica en productie hand in hand gaan en daarom meer dan de moeite waard zijn om in de tuin van de eenentwintigste eeuw uit te proberen. Waarom? Je raad het vast al: “om meer oogst uit je tuin te halen” en tegelijkertijd de diversiteit aan tuinbouwkennis samen mee te bewaren.
Fruithagen: een stukje vergeten geschiedenis
Het is voor mensen van mijn generatie onvoorstelbaar dat fruit ooit een luxeartikel was. Dan heb ik het niet zo zeer over exotische fruitsoorten als mango 's en kiwi 's. Neen, wel over appelen en peren geschikt voor verse consumptie. Tafelfruit zeg maar. Er was een tijd dat daar goed voor betaald werd en die tijd ligt nog niet zo lang achter ons. Waar geld mee te verdienen valt daar spelen telers vroeg of laat op in door het te gaan kweken.
In de jaren twintig en dertig van vorige eeuw gingen de eerste pioniers in Vlaanderen daarom aan de slag met laagstamfruitbomen.
Vandaag lijkt laagstam een vanzelfsprekendheid. Toch ging de transitie van hoog- naar laagstam boomgaarden niet van een leien dakje omdat de manier van fruit telen door de komst van laagstam op zijn kop werd gezet in het veld en de keuken.
Het omschakelen van hoog- naar laagstam ging over veel meer dan het gebruiken van een andere onderstam. Op laagstam produceren was een heel ander concept. Zo was er geen dubbele benutting van de landbouwgrond meer voor bijvoorbeeld beweiding van de boomgaarden door vee, verwerkingsfruit zoals stroopperen verdwenen uit veld en keuken omdat op laagstam enkel tafelfruit geproduceerd werd, laagstamboomgaarden zijn monocultuurboomgaarden* tegenover gemengde hoogstamplantages, intensieve verzorging zoals jaarlijkse snoei die noodzakelijk was om oa beurtjaren te vermijden, mechanisatie die zijn intrede deed, een andere aanblik van het landschap, enz …..
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de sector niet over één nacht ijs ging en vandaag op morgen de transitie van hoogstam naar de laagstam en de vrije spil, momenteel de meest gebruikte boomvorm, maakte. Dat duurde enkele decennia.
In die overgangsperiode werden verschillende haagsystemen ontwikkeld als tussenvorm tussen de oude manier van “toevallige” fruitteelt op hoogstam en een nieuwe beheerste manier van telen op laagstam.
Fruithagen (vollewindsleisystemen) deden hun intrede en moesten makkelijk bruikbaar zijn en snel in productie komen. De meeste haagsystemen verdwenen uit het fruitteeltlandschap. In tuinen vind je ze ook nagenoeg niet terug omdat ze nergens vermeld worden in tuinliteratuur. Zelfs in fruitteeltboeken moet je al heel goed zoeken om de fruithagen ontwikkeld in het midden van vorig eeuw terug te vinden.
*In moderne boomgaarden staat er meestal slechts één hoofdras geplant.
Lepage: een streling voor het oog
Een mooi haagsysteem is dat van de Franse boomkweker Lepage, ontwikkeld in de jaren vijftig van vorige eeuw.
Voor de professionele teelt is dit haagsysteem te bewerkelijk. Voor de tuinier biedt het heel wat voordelen. De bomen zijn jaarrond prachtig om naar te kijken. Ook in het kale seizoen is de waaier- of slangenvorm van de boompjes een streling voor het oog.
Het Lepage systeem is niet alleen mooi maar ook productief. Het zorgt er voor dat je op een kleine oppervlakte heel wat fruit kan telen. De hoogte van de bomen in dit systeem is beperkt. Circa 1,8-2,5 meter wat handig kan zijn.
Wil je zelf een Lepage systeem in je tuin opzetten besteed dan wel voldoende aandacht aan de rassenkeuze. Dit haagsysteem kan zowel voor appel als peer maar gebruik enkel rassen en onderstammen met voldoende groeikracht. Je werkt immers voor een stuk tegen de natuurlijke groeirichting in door de bomen af te buigen. Zwak groeiende rassen worden daardoor te sterk in groei geremd. Sterk groeiende rassen hebben net dat afbuigen nodig om groei om te buigen naar vruchtbaarheid.
Praktisch:
- Er wordt geplant om de 1,5-1,8 m in de rij. Horizontale draden worden best voorzien met een tussenruimte van 50 cm.
- Voor peer worden vlot groeiende rassen zoals Doyenné du Comice of Beurré Hardy geënt op kwee A. Bij Appel kunnen sterkgroeiende rassen zoals Boskoop, Melrose, Winterbanana op MM 106, M 26, M 9 afhankelijk van ras en grondsoort.
- De planthoek en de exacte manier van opbouwen verschilt blijkbaar van plaats tot plaats. Soms word er onder een hoek geplant. Ook op de vorm van de bogen vallen heel wat verschillen aan te merken. Met andere woorden je kan zonder wroeging je eigen interpretatie van het systeem maken.
Foto 's: Links een oud lepage systeem bij peer. Rechts: een vrij jong systeem bij appel te bewonderen in de prachtige museumtuin van Gaasbeek. Vergis je niet, beide foto 's tonen (bijna) hetzelfde systeem. Als de bomen ouder worden sterven de horizontale takken vaak af. Dit is een natuurlijk fenomeen omdat de verticale stukken duidelijk bevoordeeld zijn door de sapstroom tegenover de horizontale takken. Bij oudere bomen ontstaat daardoor een slangenvorm wat zeker niet minder mooi is. Wat verder verschilt tussen beide systemen is dat in de Wijnpers de bomen vlak geleid werden ipv in boogvorm in Gaasbeek.
Een Tiense haag, dat is eens iets anders dan een leilinde of plataan
Fruithagen zijn nog niet helemaal verdwenen uit het moderne fruitlandschap. Af en toe zie je nog eens een Tiense haag aan de rand van een boomgaard. Die Tiense hagen zijn er niet geplant om esthetische redenen. Ze hadden en hebben een heel specifiek nut. Wind breken voor de fruitbomen in de plantage.
Storm en onweders net voor de oogst zijn een nachtmerrie voor fruittelers. Niet alleen omwille van het risico op hagel, zoals dat vaak gebeurt tijdens een onweer. Ook omdat wind kan zorgen voor schuurschade op het fruit waardoor het niet meer kan verhandeld worden als klasse 1 of in het slechtste geval dat het rijp fruit van de boom waait. Daarom werden er vroeger altijd hagen rond plantages geplant.
Waarom geen Tiense haag rond de tuin of om een tuinkamer te vormen? Het systeem is briljant in zijn eenvoud van vorming en toch prachtig om naar te kijken. Een Tiense haag breekt de wind, levert een mooie aanblik in zomer, voorjaar en winter en levert kwaliteitsfruit op. Het snoeien is makkelijk te begrijpen doordat je vooral werkt met blijvend vruchthout zoals spoortjes.
Praktisch:
- Klassiek wordt er gewerkt met Peren zoals Doyenné du Comice. Met appelen (spur types) op niet al te zwakke onderstammen kan je op een zelfde manier een boom vormen
- Plantafstand in de rij 1,5-2 m, horizontale steundraden om de ca. 60 cm
- Begin met een jonge vertakte boom, de onderste twee takken worden vastgemaakt aan de eerste draad op circa 70 cm boven de grond. 50 cm boven de onderste draad word de boom ingesnoeid. De twee scherp ingeplante vertakkingen die zullen ontstaan vormen de volgende etage. Zo ga je door tot het gewenst aantal etages bereikt is.
Foto: Links:Klassiek heeft een Tiense haag vijf etages met een zestigtal centimeter tussen de draden. Met de hoogte (het aantal etages) kan gespeeld worden. De bomen op de foto hebben zes etages. Het strakker gevormde palmet lijkt op de Tiense haag. Evenwel gaat de vorming vlotter door de steilere inplantingshoek van de takken en minder aandacht voor symmetrie wat natuurlijker werkt. Rechts: een vergelijkbare vollewindsleivorm vind je terug in de museumtuin van Gaasbeek. Hier staan de takken mooi horizontaal en symmetrisch in geplant en werd er gewerkt met appel. Eveneens een optie om je tuin of een tuinkamer te omheinen.
Gevelfruit: groene en productieve muren avant la lettre
Als er één systeem is dat ik in dit artikel in de verf wil zetten is het wel de hoogstamleiboom als gevelfruit. Terwijl zoveel eco-guru 's hun mond vol hebben over groene gevels die niet kunnen bestaan zonder ingewikkelde computergestuurde irrigatiesystemen worden de simpelste en productiefste systemen vergeten. Dat is jammer. Want hoogstam leiden tegen een gevel zorgt voor rijke oogsten en vooral ook het in stand houden van oude tradities.
Ooit was het eerste keus fruit dat geplukt werd van de gevelbomen belangrijk voor pachters om hun gezinsinkomen aan te vullen. “Het kwaliteitsfruit dat aan dergelijke gevels geteeld werd, stelde de huurders van een bescheiden woning vaak in staat om de huurprijs te betalen.” (Uit: Hoogstamfruitbomen in Limburg, deel 1- peren, uitgave Nationale Boomgaardenstichting in opdracht van de bestendige deputatie van Limburg).
Of je tegenwoordig door een hoogstam tegen je huis te planten je huur zal kunnen opbrengen is hoogst twijfelachtig maar ook voor ons moderne mensen is gevelfruit een win-win situatie. Het is een knap staaltje van verticaal tuinieren. De boom werpt geen schaduw op andere tuinplanten en kan tegelijkertijd gebruik maken van het microklimaat van de gevel. Het potentieel van gevelfruit is enorm in onze steeds meer verstedelijkte omgeving van de eenentwintigste eeuw waar de tuinen kleiner worden en de verticale oppervlakte, de muuroppervlakte, vaak groter is dan de tuin zelf.
Perfect symmetrisch of los uit de vrije hand?
Bij een leiboom is het steeds de kunst om een zo symmetrisch mogelijke boom te bekomen. Het was voor tuinmannen en tuinbezitters een zeer grote eer om bomen in de tuin te hebben waarvan de gesteltakken precies even sterk waren of die perfect op dezelfde plaats ontstonden. Maximale productie is niet het uitgangspunt bij zo 'n strakke leivorm. Het is wel een toonbeeld van tuinbouwkennis en -techniek. Het draait om de “looks” zeg maar.
Zeker voor hoogstamleifruit is het belangrijk even aan te halen dat niet enkel perfect symmetrische bomen de moeite waard zijn. Je kan ook een boom vormen uit de losse pols.
De vrije leivorm uitleggen is niet zo moeilijk. De boom wordt niet in een strak keurslijf geduwd maar neemt min of meer organisch een leivorm aan. Zo kan je een boom vormen op maat van de gevel of muur waar je hem tegen plant en een unieke vorm bekomen die werkt voor jou en de boom in kwestie.
Foto 's: Bomen uit vrije hand gevormd versus symmetrisch leiwerk
Praktisch:
- Welke rassen?: er zijn heel veel mogelijkheden, laat je rassenkeuze vooral afhangen van de oriëntatie van de muur en je smaak. Peren doen het meestal beter tegen een muur dan appel behoudens enkele uitzonderingen. Meer dan één ras op een boom enten om zo over een langere tijd over vers fruit te beschikken is ook mogelijk.
- Welke onderstammen zijn geschikt?: enten op zaailing voor hoge bomen (of onderstam M 25 voor appel); voor de lagere vormen enten (bij beperkte dakhoogtes) op Kwee A voor peer en bijv. MM 106 voor appel
- Hoe opkweken?: Lees hier meer over in het boek “Hovenierskunst in palmet en pauwstaart” van de auteurs Wybe Kuitert en Jan Freriks
Slechts een tipje van de sluier
Fruit evolueerde eeuwen lang op een gestaag tempo mee met onze economische wensen en modegrillen. Oude tuinbouwkennis zoals het vormen van leibomen en fruithagen staan jammer genoeg onder grote druk van verdwijnen. Een typische kennis die moeilijk uit een boekje of een cursus te leren is. Praktische kennis is van de grootste waarde om dit in stand te houden.
Pin ons als vzw Haal meer uit je tuin niet vast als expertisecentrum inzake fruitteelt zie ons eerder als ambassadeurs van tuinbouwtechnieken en -diversiteit die interessant zijn om op een “lowtech” manier meer productie en kwaliteit uit je tuin te halen. De leisystemen die aan bod kwamen in dit artikel vallen zeker in die categorie.
Wil je er ook aan beginnen? Lees het kadertje hiernaast volg een cursus, koop een boom en ga vooral aan de slag om meer productie uit je tuin te halen. Je krijgt er veel voor terug. Een mooi sieraad dat winter en zomer je tuin opfleurt en een rijke oogst.
Hoe begin je er aan?Wil je een fruithaag of gevelfruit aanplanten hol dan niet in alle haast naar het dichtst bijzijnde tuincentrum om de eerste de beste boom aan te schaffen. Koop een boom op maat van je grondsoort, de gewenste leivorm en vooral je smaak. Wij bieden als vzw beperkt een aantal jonge appelbomen aan specifiek geschikt om leivormen mee te maken. Het betreft robuuste en lekkere rassen geschikt voor de liefhebber veredelt op aangepaste onderstammen. De opbrengst van de verkoop gaat naar de verenigingskas. We vermeerderen maar liefst vijfenveertig verschillende combinaties (onderstam-ras). Er zit vast wel een boom tussen die past bij jou en je tuin. Foto 's: Links een veel te snel gevormde leiboom uit het tuincentrum ter waarde van 85 €. Op een verkeerde onderstam geënt en niet voldoende ondersteund. Deze foto werd niet genomen in de herfst, wel in het midden van de zomer. De boom heeft amper blad. Daarnaast éénjarige gezonde sterk groeiende bomen in opkweek waarmee je mooie leibomen kan gaan vormen op maat van je tuin, grond en smaak. |
Dit artikel verscheen ook in het tijdschrift "De koevoet". Een uitgave van cursus- en adviescentrum Dialoog.