logo

Tuin van de toekomst (deel 2): de natuur nabootsen. Over eetbare parken en voedselbossen.

fungi voedselbosVorige keer had ik het in deze rubriek, de tuin van de toekomst, over de micro farm. Zeg maar een moestuin die vernuftig en intensief bewerkt wordt zodat je met een klein lapje grond je familie van vers zelfgekweekt voedsel kan voorzien. Een grote oogst is je deel, tenminste als je de tuin aandacht gegeven hebt. Verzorg je je micro farm een jaartje niet, dan zal de oogst ook meteen een heel stuk lager liggen. Want ja, het overgrote deel van de gewassen in je moestuin moet je ieder jaar opnieuw zaaien en planten.
Dat is niet zo in een voedselbos.

 

De planten in zo ’n eetbaar bos zijn meerjarig. Je hoeft ze maar één keer te planten en je kan ieder jaar oogsten. Net dat idee: “jaarlijks oogsten zonder veel zorgen” maakt voedselbossen hip. Zowel enthousiaste tuiniers, beheerders van openbaar groen, zorgverleners als alternatieve landbouwers gaan er mee aan de slag. De doelgroep die met voedselbossen aan de slag  gaat is divers. De oogst is dat ook.


De plukmand is je belangrijkste gereedschap: de sterke punten van een voedselbos-rand

Het idee achter voedselbossen is briljant in zijn eenvoud. Het gaat als volgt: in een natuurlijk bos werkt niemand en toch groeit het zorgeloos. Maar ja, bossen zitten in het vakje natuur. Plaatsen waar wilde dieren en planten een onderkomen vinden en wij mensen ons gaan ontspannen en misschien af en toe iets eetbaars plukken. Ons eten dat kweken we vooral in open vlaktes zonder bomen, landbouw zoals dat heet. Maar dan groeit het allemaal wat minder zorgeloos. Wat als we een bos aanplanten met eetbare soorten? We planten in ons bos dan wel geen sla en radijsjes maar wel vaste planten die we stapelen in laagjes net zoals in een bos. In een bos staan immers niet alleen bomen. Onder de bomen vind je struiken, onder de struiken een kruidlaag. Klimplanten slingeren zich de bomen in, enz…

Om een stabiel ecosysteem na te bootsen en de ruimte in al die verschillende laagjes te vullen, van boom- tot kruidlaag werk je met een scala aan plantensoorten en bijgevolg is de oogst ook divers. Tout court, de grote sterkte van het voedselbos is dat de oogst veelzijdiger is dan die van een moestuin of akker.
Als je het over oogsten in een voedselbos hebt denk je misschien spontaan aan fruit of noten. Eén van de belangrijkste oogsten is biomassa. Al groeiend nemen planten Co ² op , dat boosaardig gas dat ons klimaat beïnvloedt, en gebruiken het als bouwsteen in hout, blaadjes en zo meer. Wat niet geoogst wordt valt op de grond, composteert en verhoogt het humusgehalte. Twee vliegen in één klap. Co² wordt opgeslagen in de bodem en je krijgt een veerkrachtige humusrijke bodem bomvol leven die lekker vochtig blijft, ook in droge zomers.
 

judasoor in voedselbos
Foto: Biomassa wordt vooral verteerd door fungi. Sommige van die paddenstoelen kan je ook oogsten. Hier judasoor (Black mushroom in Azië), een smakelijk zwammetje. Biomassa kan je ook in onverteerde vorm oogsten. Denk maar aan materiaal om manden mee te vlechten, verfplanten, geriefhout, takkenbossen voor je broodoven, enz...

 

En zo is meteen ook het woord veerkracht gevallen, een geweldig voordeel van een meerjarig productiesysteem. Het overgrote deel van de gewassen die we gebruiken om voedsel te produceren zijn éénjarige gewassen. We beginnen met een klein zaadje dat op enkele maanden moet uitgroeien tot een oogst. Droogte oftewel een week of zes geen regen in de zomer kan nefast zijn voor eenjarige gewassen. En er zijn nog meer risico 's . Denk maar aan hittestress, nachtvorst, hagel,…. Meerjarige planten vormen daarom een risioverzekering. Want ze kunnen best tegen een stootje.

Samengevat. Een voedselbos is een mooie aanvulling op een moestuin of akker, maar geen één op één vervanger (lees vooral de rest van dit artikel om dit zinnetje helemaal te begrijpen). Het is logisch om enkel te denken aan je plukmand als het over oogst gaat. Maar een voedselbos levert ook heel wat diensten. Het kernidee van een voedselbos is dat je landbouw en natuur gaat verbinden. De grond wordt zo voor meerdere doelen tegelijkertijd gebruikt. Vooral voor het lokale klimaat en natuur leveren voedselbossen een belangrijke meerwaarde. Je plant immers bomen en struiken aan die blijven staan. Bloeiende struiken voeden insecten, de bomen slaan co² op,  … kortom. Je bos zal heel wat “ecosysteemdiensten” zoals dat heet op zich nemen. Net zoals een “echt” bos dat doet. Alleen levert een voedselbos meer voedsel op voor ons mensen dan een traditioneel bos.

 

oogst april eetbare bosrand

Foto: In het vroege voorjaar is een groot deel van de oogst in onze tuin afkomstig uit de eetbare bosrand. Van meerjarigen dus. Ook de honing is een oogst van vooral meerjarige gewassen. Pluimvee voelt zich overigens ook goed in de beschutte omgeving van een voedselbos(rand). Alleen moet je soms wel perk en paal stellen aan hun foerageergedrag in bepaalde seizoenen.

 

Weinig groenten. Vooral fruit en noten

Nu wil ik in dit artikel niet enkel de voordelen in de verf zetten. Er zijn ook uitdagingen. Wil je je helemaal gaan voeden met oogst uit je voedselbos dan zal je toch je smaakpalet wat moeten aanpassen. Heel wat voedselbosplanten smaken toch net een beetje anders. Dat vraagt tijd om daar aan te wennen. Als je een deel van je oogst wil verkopen is dat een geweldige uitdaging. Want het gros van de klanten koopt enkel dingen die ze kennen. In de praktijk zie je dat voedselbossen eigenlijk meer fruit- en notenbossen zijn. De productie van groenten en ander eetbaar groen is moeilijker. Buiten het voorbeeld van de Franse uiensoepboom (Toona sinensis) dan die steevast in ieder artikel rond voedselbossen opduikt.

Meerjarige gewassen leren eten is een uiterst boeiend project van meerdere jaren zo merken wij.  Om een voorbeeld te geven. Zwartmoeskervel (Smyrnium olusatrum). We hebben ons enkele jaren lang laten misleiden door de naam en vooral het blad proberen te eten. Dat was niet echt een topper. Tot we de stengels ontdekten. Zoet, aromatisch, crunchy,… Zwartmoeskervel is nu een plant die ik aan iedereen aan raad om in een voedselbosrand te planten want hij doet het super in de halfschaduw. Maar we zeggen er dan meteen bij: proef de stengels.

Een laatste pijnpunt dat ik toch wel wil benoemen is geduld. Genoeg geduld hebben om nu een boom in de grond te stoppen, een begin te maken met een voedselbos dat pas binnen enkele jaren oogst begint te leveren. Uiteraard is zoiets enkel weg gelegd voor mensen die zo lang over een perceel kunnen beschikken. Een heikel punt, toegang tot grond dat zowel bioboeren nekt maar ook voedselbosbouwers op hobby- en professionele schaal. Want ja alles is gericht op kortstondige teelten. Sommige mensen hebben zelfs schrik om bomen aan te planten op landbouwgrond omdat de bestemming van de grond dan kan gewijzigd worden tot bos wat in ons huidige systeem een domper zet op de verkoopprijs.

Maar ik neem aan dat jij wel wil aanplanten. Hoeveel werk is dat nu allemaal, zo ’n eetbaar bos aanleggen?

zwartmoeskervel

Foto: niet enkel de stengels van zwartmoeskervel zijn een delicatesse. Ook de bloeistengel die in het vroege voorjaar verschijnt is bijzonder lekker.

 
Heb je echt geen werk aan een voedselbos?

Het wordt heel graag in de verf gezet. Aan een voedselbos heb je absoluut geen werk.  Je stopt gewoon wat boompjes in de grond en je kan op je lauweren rusten voor de rest van je leven. Dat wil ik toch wel een klein beetje kaderen.

Juist ja, als je een stuk grond in onze contreien leeg laat liggen evolueert dat onbeheerd uiteindelijk tot een bos. Maar…wij willen een eetbaar bos aanleggen. Dus we planten andere soorten aan dan diegene die spontaan verschijnen en aan komen waaien. Dat betekent dat er in de aanleg wel wat planning en werk gaat zitten. Je moet je planten goed kennen als je gaat ontwerpen. Hoe groeien ze, hoe groot worden ze, welke plaats verlangen ze, enz...

Eens de aanplant vertrokken heb je er inderdaad veel minder werk dan in een moestuin als je het goed aanpakt. Maar geen werk...dat is wat bij de haren gegrepen.
Vooral mulchen, het opbouwen van je biomassa om de bodem te voeden vereist aandacht. In het begin plant je heel wat snelgroeiende pionierssoorten die heel wat biomassa leveren om je systeem op te starten. Die snelle groeiers moeten na een paar jaar wijken voor de traag groeiende climaxsoorten. Bijvoorbeeld notelaars die hoog uit torenen boven de andere planten. Dat gebeurt voor een stukje automatisch, bijv. lichtminnende kruiden die verdwijnen, maar hier en daar zal je toch wat moeten helpen met zaag en snoeischaar om bomen en struiken tot mulch te verwerken.

Hoeveel uur je spendeert aan beheer hangt helemaal van jezelf en het doel van je voedselbos af. Leg je een publiek toegankelijk eetbaar park op grote schaal aan dan zal het beheer natuurlijk heel anders zijn dan dat je in je achtertuin een eetbare bosrand aanlegt. En dan nog zal veel afhangen van de ingesteldheid van de beheerder. Ik ben een tuinder. Dus ik heb een tuindersbos-rand waar we heel wat tuinderstechnieken toepassen om de productie te verhogen met respect voor het systeem. De bomen staan bijvoorbeeld in rijen, krijgen een goede ondersteuning en worden periodiek gesnoeid. Anderen hebben dan eerder een natuurbos waar de bomen kris kras geplant worden in hoog gras. Dat is inderdaad minder werk maar ook minder oogst. Je snapt het al. Ook in de voedselboswereld wordt er heel wat gediscussieerd. Moet ik mijn systeem natuurlijk laten ontwikkelen of mag ik ingrijpen?

Mijn motivatie: Laat een beetje werk je niet tegenhouden. Zie het eerder als een investering voor je toekomst. Een (voedsel)bos aanleggen zorgt voor een pensioenspaarplan met gegarandeerde groei. Neen, geen elektronische cijfertjes maar wel echte groei!

 

Drie inspirerende voedselbosprojecten, drie keer een andere schaal

 
1. Kleine schaal: onze eetbare bosrand in een woonwijk

Onze woning stamt uit de jaren 60. Ook de tuin (een kleine 8 are) werd in die periode aangelegd. Je kent het wel, een coniferenhaag, een geel bloeiende forsythia, een strakke ligustrumhaag,… Buiten een seringenbosje (eetbare bloemetjes) en een mooie rode esdoorn (eetbaar jong blad/sap) was niets eetbaar. De rest van de tuin bestond uit gazon. Ons plan was van meet af aan om een eetbaar paradijs aan te leggen. Een tuin die mooi is, fauna aantrekt en waar we jaarrond een pak voedsel kunnen oogsten.

Nu houden we nooit een kaalslag als we een nieuwe tuin aanleggen. We proberen steeds zoveel mogelijk oude struiken en bomen te behouden. Die oude planten zijn dan meteen ook de ruggengraat van je tuin en zorgen voor voedsel en schuilplaatsen voor vogels en insecten.  De enige bomen die we rooiden waren de coniferen. De joekels van 7 m hoog en 1.5 m breed waren te egoïstisch. Slechts een handvol soorten wou in de buurt van de haag groeien en ze slurpten uitzonderlijk veel water in onze al droge tuin. De coniferenhaag werd gezaagd, de stronken lieten we zitten en werden afgedekt met wat compost en houthaksel. Meteen werd er een fruithaag in geplant met een onder begroeiing van kruiden en meerjarige groenten.

Doorheen heel de tuin staan bomen en struiken aangeplant. Heel wat van die bomen leveren fruit: kaki, appel, peer, moerbei, …. Andere hebben we aangeplant om het systeem te ondersteunen. Dan denk ik aan de bijenboom (Tetradium daniellii) maar ook de slaapboom (Albizzia julibrissin) die allebei bloeien in de late zomer en de bijen voeden. Ook klimplanten kregen een plaats. Blauwe regen is niet alleen prachtig om naar te kijken maar geurt ongelooflijk (ook een oogst) en levert stikstof aan frambozen en bramen die er naast staan. Kaukasische rankspinazie klimt in de halfschaduw en levert in maart en april lekker groen. Druiven slingeren zich dan weer omhoog aan palen en constructies en leveren ettelijke kilo ’s lekkere bessen om uit het vuistje op te eten of te verwerken tot sap en ze zijn bijzonder droogte tolerant wat in onze tuin ook wel een belangrijk punt is om mee rekening te houden aangezien de tuin op een helling ligt met een hoogteverschil van 5 m.

Aan de zuidkant is de tuin open en mag de zon volop toe treden. Aan die kant staat dan ook de serre en vind je de moestuinbedden waar ik het vorige keer over had. De opzet van de tuin is om een bosrand na te streven. Geen donker bos. Dan wordt de keuze aan soorten die we kunnen kweken te beperkt. We proberen het beste van twee werelden te combineren; In het voorjaar zorgen de meerjarige planten voor een mooie aanblik van de tuin, bloemen voor de insecten, mulchmateriaal voor de bedden en heel wat oogst voor ons. In de zomer komt het grootste deel van de oogst en bloemen van de éénjarigen. Moestuin en voedselbos kunnen elkaar daarom perfect aanvullen denken wij. Onze tuin is niet zo heel groot maar door eetbare bomen en struiken aan te planten ipv sierplantsoen en die slim te combineren kunnen we toch heel veel eetbare planten gaan testen. Je hoeft dus niet te kiezen tussen voedselbos of moestuin. Combineer ze gerust in je eigen tuin.
We zijn zo tevreden van onze bosrandtuin dat we dit opschalen naar een nieuw perceel waar we een productie tuindersbos aanleggen dat tegelijk fungeert als levende genenbank van oa fruitrassen. Ga je zelf aanplanten, Dan wil ik je gelijk waarschuwen voor het plezier van experimenteren. Eens je verslingerd raakt aan zelf gekweekt fruit is er geen houden meer aan, dan wil je steeds meer soorten uitproberen en raakt je "bos" snel vol.

onze eetbare bosrand

Foto: In onze eetbare bosrand oogstten we vanaf het eerste seizoen na planten. De bomen en struiken zijn nog klein dus groenten er onder planten voelt goed te doen. Deze foto is één jaar na het planten genomen. De bomen groeien als kool, het dikke pakket houtsnippers zit daar wel voor iets tussen.

 

2. Middelgrote schaal: Een fruitjungle in het midden van de stad

De meeste voedselbossen zijn piepjong. Aangeplant slechts enkele jaren geleden. In Moeskroen vind je in het centrum van de stad, verscholen achter huizen, het levenswerk van Gilbert en Josin Cardon , een voedselbos van ruim 40 jaar oud.
In 1978 gingen zij van start met het aanleggen van hun eetbaar bos of beter gezegd un “jungle étroite” op ca 24 are. Een eetbare jungle. En een jungle, dat is het echt wel. In dit 'oerwoud' vind je bijvoorbeeld 82 soorten druiven, 160 soorten peren, 312 soorten appelen, vijgen, moerbeien, bessen, bramen, kaki 's, ..... teveel om op te noemen. Om nog met wat cijfers te gooien. Het humusgehalte van de grond bedraagt een verbazingwekkende 12%! In de beginjaren mulchten ze met alles wat ze vast kregen, vooral groente en fruit resten.

Nu, decennia later, “mulcht” het bos op autopilot. Dit project is ook om een andere reden uiterst interessant om te bezoeken. Je kan er nagaan wat er gebeurt als het beheer stil valt in een tuindersbos. Gilbert en Josine zijn te oud om nog onderhoud te plegen. Hier en daar worden paden open gehouden door vrijwilligers. Voor de rest mag het bos zijn gang gaan. Dat heeft ook zijn charmes en uitdagingen. Om druiven te plukken moet je bijvoorbeeld hoog de bomen in klimmen want die zoeken zelf het licht op. Niet altijd even handig dus.

Zelf eens gaan kijken? In normale omstandigheden kan je de tuin iedere donderdag bezoeken. Dan zorgt een team van vrijwilligers voor een warm welkom. Maak je dan ook ineens lid van la fraternités ouvrierès. Klinkt socialistisch? Dat is het ook. Het hele project werd gestart vanuit onvrede met de leefomstandigheden en toegang tot voedsel. Wie de naam van de vzw of die van Gilbert intikt op you tube kan verschillende filmpjes bekijken waarin hij een gepassioneerd betoog afsteekt over toegang tot voedsel, permacultuur goeroes en veel meer. Als je lid wordt kan je meteen ook zaden van duizenden eetbare soorten bekomen tegen democratische prijzen.

voedselbos Juan Valencia 
Foto: Nog een inspirerend voedselbos van een krasse tachtiger. Ditmaal in Valencia, Spanje. Juan begon 25 jaar geleden met aanplanten. Hier een foto van zijn bananenbos. Normaal gezien groeien bananen niet zo noordelijk als Valencia. Hij bewijst dat het kan door een micorklimaat te creëren. Elke dag een banaan en een handvol noten uit zijn voedselbos is zijn motto. Voedselbossen zijn mogelijk in ieder klimaat.


 
3. Het grote werk: voedselbosboeren en eetbare parken

Er beweegt heel wat bij onze noorderburen. Voedselbossen zijn er uiterst trendy. Zeker sinds er een green deal van kracht is. De overheid maakt er heel wat geld voor vrij want ze moeten helpen in de strijd tegen de klimaatopwarming en de natuur ondersteunen. Niet enkel particulieren leggen er voedselbossen aan. Ook landbouwers krijgen er interesse in.  Via onderzoek worden “food forest bussiness models” in kaart gebracht en rentabiliteitsstudies uitgevoerd.
Voortrekker in het hele voedselbosgebeuren in de lage landen, Wouter Van Eck, richtte enkele jaren geleden de stichting voedselbosbouw op. Omdat hij in zijn eigen voedselbos Ketelbroek, dat hij aan legde in 2009 goede resultaten behaalde besloot hij om al zijn energie in het promoten van voedselbossen te stoppen. Op dit moment legt de stichting samen met groen ontwikkelfonds Brabant op gepachte grond van de provincie Brabant een prototype productievoedselbos van 20 ha aan in Schijndel. Niet met 400 eetbare soorten zoals in Ketelbroek, wel met “slechts” dertien soorten die in een rijensysteem aangeplant worden. Dit omwille van efficiëntie. Als alles lukraak door elkaar verspreid staat op een groot terrein gaat oogsten immers bijzonder traag en wordt dit bijgevolg onbetaalbaar.
Het voedselbos is niet publiek toegankelijk. Wel wordt er een soort “proeftuin” aangelegd waar geïnteresseerden terecht kunnen. Een ander voedselbos op grote schaal waar ze ook terecht kunnen is dat van Oosterwold in Almere waar op een oppervlakte van maar liefst 50 ha een belevingsbos met hoge natuurwaarde wordt aangelegd.

Een ander heel interessant initiatief is dat van de stichting Phien. De stichting koopt gronden die ter beschikking worden gesteld aan mensen die er een voedselbos kunnen aanleggen en een klein huisje (Tiny house) op bouwen. De percelen zijn ongeveer 1 hectare groot.

 
Tips uit de praktijk 

 

Leer zelf planten vermeerderen

Ga je een totaalontwerp maken en in één jaar een heel perceel planten dan is dit vrij prijzig. Geld mag geen spelbreker zijn om een voedselbos aan te leggen.
Wij opteren zelf voor de strategie om stukje per stukje een aan te planten zodat we voor een groot* stuk ons plantgoed zelf kunnen vermeerderen. Je eigen bomen enten, struiken stekken of vaste planten is zeker niet zo moeilijk als het lijkt. Je voedselbos gefaseerd aanplanten heeft nog een ander heel groot voordeel. Je kan je ontwerp ieder seizoen wat bijsturen. Dat is best handig.

 enten

Tip: wordt lid van Haal meer uit je tuin vzw (meer info onderaan dit artikel). Jaarlijks organiseren we een entcursus waarbij je naar huis gaat met een nieuw talent: enten + nieuwe boompjes die je geënt hebt tijdens de cursus. 


Maak een ontwerp maar.... stuur het tijdig bij.

Mensen en voedselbossen zijn dynamisch. Jij kan van gedacht veranderen, je voedselbos kan aangeven dat je plan in de praktijk toch niet helemaal top is. Begin klein en schaal je bos op. Zo hoef je geen complex totaalplan te tekenen of  zelf verklaarde “voedselbosexpert” in te schakelen. Denk er aan, voedselbossen zijn een nieuw fenomeen dus heel veel ervaring is er nog niet. Met gezond boerenverstand geraak je al een heel eind.

 

Hou de oogst in de gaten

Een heel sterk punt van voedselbossen is dat er aan de lange termijn gedacht wordt. Eindelijk! Maar tegelijkertijd wordt er heel weinig belang gehecht aan de eerste vijf jaar na aanplant. Waarom geen oogst vanaf jaar 1? Dat zorgt meteen ook voor een veel lagere drempel. De meeste mensen hebben immers geen lap grond op overschot. Dan denk ik ook meteen aan landbouwers die geen vijf jaar zonder inkomsten kunnen. Niemand verbied je om stroken groenten tussen jonge bomen aan te planten. Dat deden ze vroeger ook in jonge boomgaarden. Google maar eens op wijkers- en blijver-systemen.


 
Meer lezen? Dat kan in deze kwalitatieve boeken:

  • Herstellende landbouw, Mark Shepard, Jan van Arkel, 2014
  • Praktisch Handboek Voedselbossen, Martin Crawford, Schildpad boeken, 2018.
  • The holistic orchard, Michael Phillips, Chelsea Green Publishing, 2012 (heel mooi uitgelegd)

Alexander Kerbusch
Haal meer uit je tuin vzw

Dit artikel verscheen eerder in ecologisch magazine de Koevoet en is onderdeel van een reeks.

Eerder verscheen deel 1: Tuin van de toekomst: een microboerderij binnen handbereik. Na nieuwjaar (2021) volgt het derde en laatste deel. 

 Word jij ook lid?

enkele ledenvoordelen:

  • kortingen: maar liefst 20 % korting op aankoop van struiken en bomen, 20 % op zaden en 10 % op deelnameprijs van cursussen en workshops die we organiseren 
  • Deelname aan leerrijke evenementen: bijvoorbeeld proeverijen van fruit
  • Toegang tot exclusieve rassen en plantensoorten uit onze collectie. Niet alleen als opgekweekt plantgoed. Binnenkort komen er ook stekken en enten beschikbaar voor leden

 lidmaatschap 2024

Lid worden kan hier

Doorzoek de site

 

pcNieuwsbrief

Schrijf je in en blijf op de hoogte van al onze acties.

 

Kies alle manieren waarop u wilt horen van Haal meer uit je tuin vzw:

U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. Voor informatie over ons privacybeleid, bezoek onze website.

We use Mailchimp as our marketing platform. By clicking below to subscribe, you acknowledge that your information will be transferred to Mailchimp for processing. Learn more about Mailchimp's privacy practices here.

 

 

 

Vzw Haal meer uit je tuin
Regentwijk 17
3890 Gingelom

Ondernemingsnummer BE 0670.733.818
Rekeningnummer IBAN: BE67 9731 7244 2287
e-mail: haalmeeruitjetuin@gmail.com

Op de hoogte blijven van onze activiteiten? Schrijf je in op de nieuwsbrief (bovenaan de pagina) of volg de instagram- of facebookpagina van haal meer uit je tuin

 | Algemene voorwaarden | | GDPR en privacybeleid |