Succesvol druiven telen is niet moeilijk als je durft kiezen
Weinig vruchten hebben zo 'n aantrekkingskracht op mensen als druiven. Wie wil ze niet in de tuin? Een instant zuiders gevoel en nog lekker op de koop toe. Ja, ook in België kan je vlot druiven kweken voor tafel en wijn. Als je maar het juiste ras weet te kiezen en van start gaat met goed plantmateriaal is dit helemaal niet moeilijk. We helpen je op weg met een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten oftewel een stappenplan om een druivelaar te kiezen waar je tientallen jaren plezier aan beleefd.
Stap 1- Het belangrijkste van het belangrijkste: rassenkeuze
Er bestaan ontzettend veel druivenrassen:
- Groene druiven (meestal aangeduid als witte druiven), rode en blauwe.
- Pitloos, bijna pitloos of met een pak pitten.
- Ronde en langwerpige.
- Zoete en zure.
En last but not least druiven die gezond blijven en druiven die je (bijna) nooit hoeft te plukken omdat ze altijd ziek worden vooraleer je ze plukken kan. En dat is toch wel heel jammer. Want druiven die plant je toch om ze wel te plukken.
Kiezen uit het gigantische assortiment aan rassen is de boodschap als je lekkere druiven in je eigen tuin wil kweken. Begin niet zo maar met een stekje “Chardonnay” uit een commerciële wijngaard. Als je niet frequent spuit met fungiciden is de kans klein dat je druiven zal plukken.
Als liefhebber komt het er op aan om druivenrassen te kiezen die tijdig rijp raken in jaren met een wat mindere zomer en die je niet hoeft te behandelen tegen ziekten.
Foto: druiven bestaan in allerlei kleurschakeringen, vormen en groottes.
Over welke ziekte hebben we het hier?Zo goed als alle ziekten en plagen die een druivelaar treffen zijn perfect te voorkomen. Plagen zoals vogels en wespen die kan je op ieder moment en bij ieder ras voorkomen door een paar eenvoudige ingrepen zoals bijvoorbeeld het plaatsen van netten. Ziekten zijn een heel ander verhaal. Preventie begint bij het planten van de druivelaar. De juiste plant op de juiste plaats en gebruik maken van resistente rassen zijn de belangrijkste maatregelen. Foto : echte meeldauw bij druiven. |
Een resistent druivenras kiezen: een handige checklist
Om wijnen perfect te combineren met gerechten bestaan er goed onderbouwde sommeliercursussen. Om druivenrassen met tuin- en smaakvoorkeuren te matchen niet. Daarom een mini-keuzegids om je op weg te helpen het ras te vinden dat bij jou en je tuin past.
Vraag 1: Waar moet de druif voor dienen?
Geen wijndruiven om zo uit het vuistje te eten, geen serredruiven om buiten te planten. De druif die je plant moet passen bij het doel waarvoor het ras veredeld is.
Er is een hemelsbreed verschil tussen wijn- en eetdruiven.
Kort door de bocht zijn de belangrijkste verschillen besgrootte, suikergehalte en schildikte. Wijndruiven zijn “pit-tig”. De trossen kunnen weliswaar groot zijn maar de individuele druifjes van de trossen zijn klein en hebben een dikke schil.
Ieder druifje bevat pitten. Een kilo wijndruiven heeft in verhouding veel meer bessen en dus ook veel meer pitten. Vandaar “pit-tig”. Dat maakt niets uit als je wijn maakt. Daar worden de druiven toch voor geperst. De “oenologische” kwaliteiten zijn belangrijker dan het uitzicht bij wijndruiven. Die kwaliteiten worden heel sterk bepaald door het ras.
Eetdruiven hebben een dunnere schil, minder pitten en meestal grotere druiven maar niet altijd. Er bestaan ook kleinvruchtige rassen al dan niet pitloos. Zo is Glenora bijvoorbeeld een ras met vrij kleine druiven maar wel pitloos.
Kies een ras dat zo goed mogelijk aansluit bij je doel. Natuurlijk verbiedt niemand je om met eetdruiven wijn te maken of wijndruiven zo op te snoepen. De afbakening wijn- of eetdruif is niet bindend. Er zijn ook rassen, aangeduid als combirassen, die je zowel kan gebruiken als tafel- of wijndruiven.
Een anecdote, druiven voor de blaadjes:
Af en toe staan we met op een marktje om onze werking als vzw te promoten. Soms hebben we druivelaars mee. Die planten hebben vaak een heel grote aantrekkingskracht op mensen met zuiderse roots. Aangezien al de rassen in onze collectie resistent zijn is mijn eerste vraag als iemand mij om advies vraagt:" wil je een druif om wijn te maken of om als tafeldruif te eten." De Turkse vrouw aan wie ik de vraag stelde antwoordde heel spontaan. “Nee dat fruit interesseert me niet. Ik wil een druivelaar voor de blaadjes.” Inderdaad, ik was vergeten dat in heel wat Zuiderse gerechten druivenbladeren gebruikt worden als “groente”. Best grappig.
Foto: Eetdruif Baidor links, wijndruif Monarch rechts. Beide trossen zijn even groot. Maar de maat van de druiven verschilt duidelijk.
Vraag 2: Binnen of buiten
Waar wil je de druif planten?
Deze vraag is vooral voor eetdruiven aan de orde. Er bestaan heel wat lekkere rassen. Niet iedere eetdruif is geschikt om buiten te planten. Druiven die je in ons klimaat niet buiten kan kweken omdat het seizoen te kort is of omdat de druif in kwestie een te gevoelige schil heeft. Zo ben ik verlekkerd op de druif Tonia. Een lekker zoete dikke witte druif die je in ons klimaat best kan kweken. Alleen is de schil te gevoelig om ze buiten te telen. Een overkapping is daarom noodzakelijk.
Als je een serredruif aanschaft voor een niet verwarmde serre of veranda informeer je dan ook goed of je die succesvol kan telen zonder verwarming. Canon Hall is misschien wel een mooie witte tafeldruif. Maar ze teelt heel moeilijk. Geef mij daarom maar Baidor. Een Belgisch ras dat in de jaren vijftig gewonnen werd uit een kruising Frankenthal x Muscat d' Alexandrie. Baidor hoeft nooit gespoten te worden, produceert druiven zo groot als knikkers en ze zijn ook nog eens lekker zoet. Wat wil je nog meer?
Foto: De vroegere serres van proefcentrum Solheide in Overijse zijn grotendeels omgevormd tot volkstuintjes waar je een halve serre kan huren en serredruiven en/of groenten kweekt.
Vraag 3: Welke smaak, kleur en vorm?
Een ras kiezen is niet strak en objectief maar wel heel persoonlijk. Hou je van mierenzoet? Ben je allergisch aan pitten of een “foxy grape” smaak? Zot van muskaatdruiven? "Stoef" je graag met de grootste tros? Moeten de druiven wit, rood of blauw zijn?
Smaak en schoonheid zijn iets persoonlijk en niet objectief uit te drukken. Hou daar dan ook rekening mee als je kiest voor een ras. Iets planten wat je niet graag lust of geen voeling mee hebt is niet aan te raden.
In de ideale situatie kan je eerst proeven van het fruit voor je plant. Jammer genoeg is dat niet altijd mogelijk. Ik kijk al uit naar de eerste druivenproeverij waar allerlei tuiniers hun trossen mee naar toe nemen zodat iedereen eens kan proeven van elkaars oogst!
Als de smaak primeert:Oké, ik geef het toe. Soms maak ik wel eens een uitzondering als het op ziekteresistentie aankomt. Eén van mijn favorieten qua smaak is bijvoorbeeld de zeer vroege druif Sieger(rebe). Jammer, maar Siegerrebe is tegelijk ook één van de gevoeligste druiven als het over witziekte gaat. Toch geef ik niet op. Siegerrebe staat in de serre zodat we toch over lekkere en vroege druiven kan beschikken.
Foto: "Philipp" We noemen ze ook wel de "neuzekesdruif". Raakt enkel rijp in warme zomers. Het ras rijpt laat af.
Waar vind je goede informatie over lekkere en resistente druivenrassen?
Een druivelaar die gaat makkelijk een jaar of veertig mee. Het loont daarom om niet te overhaast aan te planten. Ga op zoek naar goede informatie. Zo ben je geen slachtoffer van het verkoopscript van een plantenhandelaar of een promo van het tuincentrum.
Bewust geef ik hier geen uitgebreide lijst mee van rassen en eigenschappen om een paar redenen:
- Wij hebben slechts ervaring met een beperkt palet aan rassen. Er zijn tuiniers die wijzer zijn in jaren en al meer druiven geproefd en gekweekt hebben dan mezelf.
- De tweede reden is dat je best niet alle info van één bron verneemt, zeker niet als er commerciële belangen bij gemoeid zijn.
- Tenslotte: de markt wordt de laatste jaren overspoeld met voor onze streken nieuwe rassen waar niet altijd veel informatie over de geschiktheid voor ons klimaat over beschikbaar is
Hou er bij het interpreteren van informatie wel steeds rekening mee dat bij éénzelfde ras niet iedereen tot dezelfde bevindingen komt. Door verschillen in standplaats, grondsoort en natuurlijk ook smaak als persoonlijk criterium.
Op zoek naar meer info over resistente druivenrassen? Volgende plaatsen zijn een mooi startpunt:
- Guy De kinder, een fervent druivenliefhebber, heeft een tabel die een mooi startpunt is. De tabel staat zowel online als in zijn boek “De groente- en fruitencyclopedie” en wat mooie foto 's van tafeldruiven op fruitABC
- De webstek van Fruitlent
- Facebookgroep: liefhebbers van fruit en fruitteelt waar druivenliefhebbers hun experimentjes met rassen delen en je vragen in de groep kan gooien.
- Blogposts van gepassioneerde tuiniers die graag hun kennis delen. Hier vertelt Lieven David van het lusthof over de Glenora druif die zijn voorgevel siert.
Onze favoriete druiven per categorie (tot dusver):
Wijn- en sapdruiven: Monarch, Isabella, Leon Millot, Marechal Foch Foto: Niet alleen in onze voortuin staan druiven. Eén van mijn schoonvader zijn paradijzen dat niet in de gelinkte video te zien is, is het druivenparadijs. |
Waar kan je druivenplanten kopen?
Op heel wat adressen. Ik kan je aanraden om je druivelaar bij een specialist aan te kopen. In zowat ieder tuincentrum vind je druivenplanten. Vaak zijn dit steeds dezelfde rassen. Boskoop glory, Regent, Witte van der Laan… Wil je een ruimer assortiment en vooral resistente rassen ga dan naar een gespecialiseerde kwekerij of koop ze bij ons. We hebben een beperkt aanbod van resistente druiven op eigen wortel (niet geënte potplanten). De opbrengst van de verkoop gaat naar de verenigingskas.
Druif planten?Ons aanbod staat online. Bestellen kan nog tot 14 november. Wees er snel bij! |
PS: Zelf stekken nemen van een druif die je graag eet kan ook natuurlijk! Moeilijk is dat helemaal niet.
Foto: Een typisch winterwerkje. Druiven stekken.
Lees ook deel 2: Succesvol druiven kweken van planten tot plukken waar je meer info vind over waar je je druivelaar best plant, een geënte druif kopen of niet, hoe je je druif net na planten kan snoeien...