Aardbeien van zomer tot najaar van één en dezelfde plant, dat kan met doordragers
Ben je verzot op aardbeien maar vind je het jammer dat je ze alleen in de vroege zomer in je tuin kan plukken? Plant dan eens wat doordragers. Je kan ze plukken vanaf het midden van de zomer tot eind oktober. Vijf maanden lang plukken van één plant? Is dat niet wat overdreven? Neen, niet als je weet hoe je met doordragers makkelijk kan omgaan.
Oogstspreiding bij doordragers: uiterst simpel
De oogstspreiding bij doordragers. Wel, die zit heel simpel in elkaar. Je kan ze ofwel vervroegen ofwel kan je ze gewoon buiten telen. Meer technieken dan dat hoef je niet toe te passen om een zomer lang aardbeien te eten. Want waarom zou je doordragers verlaten? Ze produceren immers de hele zomer door aardbeien tot het invallen van de eerste nachtvorst. Door het verlaten zou je alleen het startmoment van de pluk verder achteruit duwen in de zomer.
Doordragers in de serre planten?
Net zoals je junidragers in de serre plant om ze te vervroegen kan je in principe hetzelfde doen met doordragers. De teelt van doordragers in een serre is echter niet altijd zo makkelijk. De productie in het midden van de zomer kan wel eens tegenvallen als er een tijdje een hittegolf heerst want er bestaat zoiets als thermodormantie. Dat wil zeggen dat de aardbeiplanten bij te warme omstandigheden stoppen met bloemen aanleggen en dormant worden. Dat ze gaan slapen dus.
De enige reden waarom je doordragers maanden na elkaar kan plukken is omdat er constant bloemen gevormd worden die uitgroeien tot lekkere aardbeien. Als er tijdje geen bloemen meer aangelegd worden valt logischerwijs korte tijd daarna dan ook de oogst stil.
Dit fenomeen kan opduiken zodra serretemperaturen richting dertig graden gaan. Schermen is de boodschap om thermodormantie te voorkomen...maar sterk schermen is niet altijd ideaal voor andere zonnekloppers zoals paprika, tomaat, etc... in je serre. Want je teelt natuurlijk meestal meer dan één gewas in je serre.
Een oplossing voor dat euvel is een paar doordragers in pot telen. In het voorjaar zet je de pot in de serre, in de warme zomermaanden kan je ze op een andere plaats zetten en zo kan je nog steeds doordragers in je serre vervroegen zonder dat ze last hebben van de zomerwarmte.
Gewoon buiten telen
Doordragers buiten vervroegen
De teeltmethode bij uitstek voor doordragers is ze gewoon buiten telen.
Planten kan zowel in het voor- of najaar. Planten in het najaar zorgt voor hogere opbrengsten vanaf het eerste jaar en een vroegere oogst. Hoe komt dat? Doordragers leggen continue bloemen aan. Als het te koud wordt in het najaar valt de groei van de plant stil. Inwendig zijn er dan wel nog bloemtakken gevormd. Maar door de koude groeien die in hetzelfde seizoen niet meer uit.
In het voorjaar, als de overwinterde plant terug actief wordt, groeien de bloemtakken van vorig jaar eerst uit. Die zorgen voor een oogst die ongeveer gelijk valt met die van de gewone junidragers. Maar doordat het doordragers zijn komen daarna met mondjesmaat nieuwe bloemtakken tevoorschijn. Zo kan je als je plant in het najaar (en vanaf jaar twee als je plant in het voorjaar) nog langer van je doordragers genieten. Nog niet helemaal mee met het verhaal van bloemvorming? Lees het kadertjes hieronder dan eens.
Eénmaaldragend, dayneutral en tweemaaldragend...hoe werkt dat?Om succesvol doordragers te telen en de oogst over de hele zomer te spreiden kan het handig zijn om te begrijpen hoe de bloemvorming van zo 'n plant werkt. Het hele biologisch klokje dat de bloemvorming bij éénmaal dragende aardbeien (junidragers) aanstuurt is gevoelig aan daglengte. Junidragers zijn korte dag- lange dag planten. Een hele mond vol jargon om te stellen dat ze bloemen aanleggen in het najaar (korte dag) die vervolgens gaan bloeien het volgende jaar bij lange dag condities. Vandaar de aanduiding korte dag – lange dag. Dat is dan ook de reden dat je in gestookte aardbeiserres lampen ziet hangen. Die lampen zorgen niet voor extra groei, ze dienen alleen maar om het biologisch klokje van de aardbeiplant te foppen om de bloei te vervroegen (simpel uitgelegd dan toch). Doordragers die zijn dagneutraal. Zo lang de temperatuur niet te laag of te hoog is vormt de plant bloemen. Waarom zijn doordragers dan zo weinig ingeburgerd? De veredeling van doordragers voor de professionele teelt stond lange tijd op een laag pitje. Echt goede rassen waren niet voorhanden. Het laatste decennium kwam daar verandering in met de komst van heel wat nieuwe productieve rassen. Er is momenteel veel interesse van professionele telers voor doordragers maar toch blijft een volledige omschakeling naar dit type aardbei uit omdat de teelt van junidragers veel beter te plannen is dan die van doordragers. Als particulier wil je je oogst zoveel mogelijk spreiden over de hele zomer. Voor een teler is dat niet altijd interessant ivm onder andere personeel dat betaald moet worden om te plukken. Tjah, dan heb je om volledig te zijn ook nog de tweemaaldragende aardbeien. Sommige rassen zoals bijvoorbeeld het moderne ras Clery geven het grootste deel van hun oogst in juni. Vaak leggen ze na die oogst opnieuw een kleinere hoeveelheid bloemen aan die wat later op het zomerseizoen gaan bloeien zodat je eind augugstus- begin september nog eens wat aardbeien van die plant kan gaan plukken. Ze hangen dus zowat in tussen junidragers en doordragers. |
De normaalteelt: Plukken vanaf ongeveer half juli
Ga je aan de slag in het voorjaar plant dan vroeg genoeg. Ideaal is om te planten in de maand april. Alleszins voor 15 mei. Later planten zorgt voor een slechte plantontwikkeling.
De plant zal te snel aan zijn bloei beginnen terwijl er vaak te weinig blad gevormd is. Dan krijg je wat ze professioneel een slechte blad en bloemverhouding noemen. Bladeren zijn de zonnepanelen van de plant die energie aanleveren. De vruchten kan je beschouwen als energieverbruikers. Heb je te weinig blad en te veel bloemen en of vruchten dan pluk je geheid veel kleine aardbeitjes omdat je energieverbruik hoger ligt dan de productie er van door de bladeren.
Om je plant vlot te laten ontwikkelen in het voorjaar kan het daarom interessant zijn om de eerste bloemtakken uit te nijpen.
Bloemtakken uitnijpen kan je trouwens ook doen als er nachtvorst geweest is. Als je in de maand april potplanten van doordragers aanschaft staan die meestal in bloei. In april komt het geregeld voor dat nachtemperaturen flirten met het vriespunt. Zijn je bloemen bevroren dan worden ze zwart en groeien ze niet meer uit tot een aardbei. Bij doordragers is dat helemaal geen ramp. Bij junidragers daarentegen krijg je geen nieuwe bloemtakken en pluk je minder...of niets als al je bloemen bevroren zijn.
Foto 's: Vorstschade bij Ostara. Je kan de zwarte bloemetjes gewoon afplukken.
Plukken, plukken, plukken maar
De teelt van doordragers is simpel. Planten en plukken. Net dat plukken is een uiterst belangrijk aandachtspunt.
Je moet ze blijven plukken. Anders krijg je al gauw “confiture naturel” aan de plant en bijgevolg allerlei ziekten en plagen. Eén van die plagen die zich de laatste jaren sterk manifesteert in allerlei fruitgewassen is Drosophila suzukii. Een invasief fruitvliegje dat zich in de zomermaanden razend snel kan voortplanten én onrijp fruit kan gaan infecteren!
Zorg er daarom voor dat je heel de zomer door minimum twee keer per week langs je perceeltje passeert. Ga je op vakantie na 15 juli Zorg dat er iemand tijdens je vakantie komt plukken. In ruil voor de overheerlijke vruchten mag dat toch geen probleem zijn :-)
Vind je echt niemand om te komen plukken dan bestaat er nog een trucje om dit op te lossen. Je kan een drietal weken voor je vakantie bloemtrossen verwijderen waardoor er geen aardbeien rijp zijn tijdens je vakantieperiode. Al moet ik er bij zeggen dat dit vooral goed werkt in het begin van de teelt. Voor de pluk in de maand juli dus.
Aan de slag met doordragers: oude of nieuwe rassen?
Misschien heb je al doordragende aardbeien staan in je tuin. Denk maar aan bosaardbeien. Die bloeien en produceren er lustig op los een halve zomer lang. Inderdaad, bosaardbeien zijn leuk maar tegen dat je een kilootje geplukt hebt....
Hetzelfde doordragende karakter van bosaardbeien in een ras krijgen met stevigere en dikkere vruchten is al heel lang het doel van veredelaars. Rassen worden niet ontwikkeld voor tuingebruik maar wel voor professionele tuinders die aardbeien moeten leveren conform de markteisen. Dat wil zeggen aardbeien die verhandeld en getransporteerd moeten kunnen worden.
De veredeling volgt dus de eisen van de handel. Smaak was lange tijd bijzaak in de handel, uitzicht en hardheid van de vruchten daar was het om te doen. Een paar decennia terug werd er in de professionele sector gebruik gemaakt van het doordragende ras Selva. Goed producerende aardbei, alleen jammer dat de smaak echt ondermaats was. Zo passeerden er nog heel wat rassen de revue die wel mooie aardbeien gaven maar die naar niets smaakten. Ik denk bijvoorbeeld aan Portola die wel productief is maar weinig geschikt voor tuingebruik en met al te vaak een ondermaatse smaak. En smaak, daar doe je het toch voor als hobbyteler. Niet?
Foto: Portola, een uiterst stevige aardbei. Om ze op smaak te brengen heb je veel geduld nodig. Enkel als ze overrijp zijn is het suikergehalte en de smaak op peil.
Hou bij de keuze van een ras daarom vooral rekening met je eigen smaakpalet. Ben je een liefhebber van heel zoete aardbeien met een bijna overdreven aardbeienaroma (vanuit mijn smaakpatroon dan toch :-) ) dan is de kans groot dat je graag Franse aardbeirassen lust zoals Mara des bois en Charlotte. Deze rassen produceren aardbeitjes die kleiner van stuk zijn maar wel mierenzoet en geparfumeerd smaken.
Zelf hou ik meer van een goede zuur/zoet balans. Ook die smaaktoets vind je terug bij zowel nieuwe als oude rassen. Eén van onze favoriete rassen is Favori. Een nieuwe doordrager uit Italië met zeer lekkere aardbeien. We hebben deze doordrager al twee jaar op onze vensterbank staan en zowel kinderen als volwassenen zijn er verzot op.
Aan rassen geen gebrek. Er bestaan ontzettend veel rassen doordragers met potentieel voor de tuin. Zie je bij een naambordje doorbloeier, remontant of remontierend staan dan zijn dat in principe doordragers. Misschien vraag je je af of je nu best voor een oud of nieuw ras gaat?
Foto: Een beeld van professionele rassenproeven. Het toont hoe je een doordrager makkelijk herkennen kan. Bloemen in overvloed, rijpe en onrijpe vruchten tegelijk aan de plant.
De leeftijd van het ras maakt eigenlijk niet zo veel uit. Er zijn zowel oude als nieuwe rassen die heel wat potentieel hebben voor gebruik in de tuin.
De nieuwe rassen hoeven we zeker niet uit te sluiten. Er zijn heel wat veredelingsprogramma 's die nieuwe interessante rassen ontwikkelen met zeer hoge producties en goede smaak. Favori, Eve 's delight en Florina zijn stuk voor stuk rassen met aroma die wel eens interessant zouden kunnen zijn om in je tuin te halen. Maar dat is buiten de tirannie van de nieuwe plant- en kwekersrechten gerekend. Met andere woorden, je geraakt niet of heel moeilijk aan het plantmateriaal.
De tirannie van de nieuwe plant- en kwekersrechten hindert moestuiniers en biodiversiteitHet moet gezegd, er komen de laatste jaren heel wat interessante rassen op de markt voor de professionele teelt. Hoge producties, goede smaak en soms ook robuust. Niet alle rassen hebben potentie voor gebruik in de tuin. Degene die wel iets kunnen betekenen voor de moestuinier worden jammer genoeg gehinderd door kwekersrecht waardoor planten legaal aankopen of verdelen onmogelijk is. Het tijdperk van veredeling betaald met publiek geld ligt al lang achter ons. Zo goed als alle veredelingsprogramma 's zijn tegenwoordig privaat. Nieuwe rassen moeten geld opbrengen en worden daarom onder licentie geplaatst. De rechten worden goed bewaakt door advocatenkantoren die er niet voor terugdeinzen om boetes te claimen. Er is veel media-aandacht voor het monopolie van rassen bij gewassen die op grote schaal verbouwd worden zoals Mais, koolzaad en soja maar eigenlijk speelt dit in de hele land- en tuinbouw. Alle nieuw genetisch materiaal werd geprivatiseerd en genetische bronnen zijn “assets” geworden in de handen van een paar dominante grote spelers. Dit staat vernieuwing en verduurzamen van veredeling dan ook stevig in de weg. Want genetisch materiaal dat niet aan economische eisen voldoet verdwijnt gewoon en wordt niet bewaard door bevlogen amateurs. Neem nu het voorbeeld van Ostara, een ras dat in 1969 voortkwam uit het Nederlandse staatsveredelingsprogramma. Professioneel verdween Ostara al lang geleden van het toneel. De aardbeien waren voor telers te klein van stuk en te zwak voor transport. Ostara doet het echter wel zeer goed in tuinen. Het ras werd bewaard voor particuliere teelt en is daarom nog steeds aanwezig waardoor het kan doorgegeven worden Test je mee? Een aantal rassen uit onze tuin waar je in de handel kan aan geraken: Ostara, Rabunda, Cijoseé, Gento en Anaïs. Heb jij een ander ras waar je zot van bent. Laat het ons weten? Zo kunnen we zowel rassen als de kennis er over in ere houden en doorgeven aan andere tuiniers. |
Doordragers of junidragers: welke aardbeien plant je best?
Na het lezen van de twee artikelen zit je misschien met een vraag: welke aardbeien zet je nu best junidragers of doordragers?
Allebei natuurlijk. Junidragers, die leveren alles in eens. Doordragers die houden van slow and steady en spreiden de productie uit over een paar maanden.
De eerste aardbeitjes van onze junidragers uit de serre zijn ieder jaar iets magisch. Je hebt er immers zo naar verlangt naar die eerste aardbei. Na deze primeurs komen onze junidragers buiten in productie. We noemen ze de verwerkingsteelt omdat we met die aardbeien confituur en wijn maken. En de doordragers zijn meer de verse snoepjes. Handig als je een aardbeiensmoothie of een verse daiquiri wil bereiden, een paar aardbeitjes voor een dessert af te werken of gewoon of zo direct in de tuin op te snoepen. Want eigenlijk vind ik dat zelf gewoon het lekkerst van al. Fruit direct van de struik uit het vuistje. Sfeer en het genoegen iets zelf geteeld te hebben in samenwerking met je tuin, dat smaakt altijd goed.
Lees ook deel 1 van dit artikel: Aardbeien uit eigen tuin, zeven maanden lang (deel 1 junidragers)